02 juni 2024 – 1 Korintiërs 8 – Sjema Jisrael

1 Korintiërs 8, 6

[1]      ‘Sjema Jisrael, Adonai Elohèchah, Adonai èchad.’ Ja, ik dacht, wanneer we met Koreanen en Nederlanders in een kerkdienst samen zijn, en wanneer voor Koreanen het Nederlands een vreemde taal is en voor Nederlanders het Koreaans, laat ik dan de preek beginnen in een taal die voor ons allemaal vreemd is: in het Hebreeuws. Hoewel, een vreemde taal, ik zou het je gunnen dat je deze woorden in het Hebreeuws wel uit je hoofd zou kennen. Want het gaat hier om, denk ik, de meest centrale tekst van het Oude Testament: Deuteronomium 6: 4. [2] ‘Luister, Israël, de Heer, onze God, de Heer is de enige!’ Een heel centrale tekst in het eerste deel van de Bijbel, samen met het vervolg: [3] ‘Heb daarom de Heer, uw God, lief met hart en ziel en inzet van al uw krachten.’ Wel zo’n beetje de samenvatting van het Oude Testament, de basis van de Bijbel. ‘Luister, Israël, de Heer, onze God, de Heer is de enige.’

            Nu las ik, een tijd geleden alweer, een boek over het Nieuwe Testament, over Paulus, en in dat boek stond dat er ook in het Nieuwe Testament een vorm van deze oude Joodse geloofsbelijdenis staat, een vorm van deze basisbelijdenis. Je kunt er natuurlijk op rekenen dat Paulus die Hebreeuwse woorden uit zijn hoofd heeft gekend. Het was de gewoonte voor een gelovende Jood om deze woorden elke morgen en elke avond uit te spreken. ‘Sjema Jisrael…’ Elke morgen en elke avond. Dat is zomaar 40.000 keer in een mensenleven. Dan zaten deze woorden van één God en één Heer er diep in bij Paulus. Dan zoemen deze woorden van één God en één Heer dag in dag uit rond in zijn onderbewustzijn. En kunnen ze er dus ook zomaar uitkomen. Zoals in deze ene tekst, in 1 Korintiërs 8, 6.

[4]      ‘Wij weten, er is één God, de Vader, uit wie alles is ontstaan en voor wie wij zijn bestemd, en één Heer, Jezus Christus, door wie alles bestaat en door wie wij leven.’ Of een beetje strakker vertaald: [5] ‘Voor ons is er één God, de Vader, uit wie alles is, tot wie wij zijn, en één Heer, Jezus Christus, door wie alles is, door wie wij zijn.’ Wanneer wij er vandaag bij stilstaan dat onze Koreaanse broers en zussen nu al 30 jaar in deze stad, op deze plek een huis van gebed hebben; nu wij zo’n lange tijd al niet alleen een gebouw met elkaar delen, maar ook een geloof, een belijdenis, een kennen van God en een leven voor Hem; laten we dan nu één zijn in het luisteren naar het woord van God, in deze kernbelijdenis van de apostel Paulus, deze Nieuwtestamentische versie van de Oudtestamentische basisbelijdenis.

            ‘Voor ons is er één God, de Vader, uit wie alles is, tot wie wij zijn, en één Heer, Jezus Christus, door wie alles is, door wie wij zijn.’ Stel je voor hoe het zou zijn om, Koreaan of Nederlander, je dag steeds opnieuw met deze tekst te beginnen. Als Joden elke dag ‘Hoor Israël’ baden om hun dag te beginnen, als de Jood Paulus met die gewoonte in zijn hoofd en in zijn hart hier aan de kerken van het Nieuwe Testament een christelijke variant op deze woorden aanbiedt, wat zou er gebeuren als je de dag steeds opnieuw met deze tekst zou beginnen? Dan begint je dag hiermee, dat je voor God zelf komt te staan. Geknield voor je bed of zittend aan tafel: je stelt jezelf opnieuw voor de ene God, die [6] Vader is van alles en allen.

En dan mag je gerust de tijd nemen om stil te staan bij hoe groot deze God is, die alles heeft geschapen. [7] Alles is uit Hem. Maar dan mag je ook de dag die voor je ligt zien als een dag die niet op zichzelf staat, maar die uit Hem komt. Dat is nog al wat. Er komt elke dag van alles op je af. Je hebt je verantwoordelijkheden voor je familie, je hebt je verantwoordelijkheden voor je kerkfamilie, je hebt je verantwoordelijkheden voor je werk… En nu nodigt God, de Schepper van hemel en aarde, je uit om alles wat deze dag naar je toe komt te verbinden aan Hem, je hemelse Vader. Als jij wilt weten hoe je je leven gaat leiden, hoe jij deze nieuwe dag invult, dan moet jij daarvoor bij Hem zijn, uit wie alle dingen zijn. Het begint met het vertrouwen dat Hij je Vader is en jij zijn kind. Het begint met het besef dat Hij jou en mij en heel de wereld draagt in zijn hand. Alles is uit Hem.

En dan ga je verder: ‘Voor ons is er één God, de Vader, uit wie alles is, [8] tot wie wij zijn.’ En net dat mag je dan helpen om met de dingen van de komende dag om te gaan. Dat je er door God aan wordt herinnerd dat jouw leven een doel heeft en dat de kortste manier om te zeggen wat dat doel is: God. Wij zijn tot God, wij zijn gericht op Hem. Ik ben voor Hem bestemd. Vandaag kan bij voorbeeld een examen erg spannend zijn, maar Hij heeft een plan waarin mijn leven een plek heeft en vandaag betekent dat dat ik deze toets moet doen. Vandaag kan bij voorbeeld een ruzie als een baksteen op je maag liggen, maar Hij heeft een plan waarin mijn leven een plek heeft, wat vandaag betekent dat ik… zeg het maar, misschien moet ik vergeving vragen, misschien kan ik me nog een keer kwetsbaar opstellen, misschien kan ik opa om hulp vragen. Het punt is dit: je leven zit vol en voor je het weet ben je vooral met afleiding bezig. Dit is het advies van de God die jou heeft gemaakt: leg alles terug in mijn handen, en doe deze dag de dingen zó, als het past bij Mij en mijn doel voor jouw leven.

‘Voor ons is er één God, de Vader, uit wie alles is, tot wie wij zijn, en één Heer, Jezus Christus, door wie alles is, door wie wij zijn.’ Nu nog dat tweede zinnetje. [9] ‘Één Heer, Jezus Christus, door wie alles is, door wie wij zijn.’ Ik geloof dus dat achter deze twee zinnetjes de oude geloofsbelijdenis van Israël schuilgaat, die oude geloofsbelijdenis van één God en één Heer. Die twee zinnetjes gaan in die Oudtestamentische belijdenis over één God, dat is duidelijk. Als Paulus hier in de Nieuwtestamentische kernbelijdenis aansluit bij die oude woorden, dan kan dat niet anders betekenen dan dat deze twee één zijn, God de Vader en de Heer Jezus, is de ene God.

Maar dan is de conclusie dat al die dingen die jij vandaag en morgen mee gaat maken, en dat al de keuzes die jij daarbij gaat maken, de richting die je kiest en de woorden die je zegt, dat dat allemaal de kleur en de geur moet krijgen van Christus de Heer, [10] door wie alles is en door wie wij zijn. Alles. Dus niet een deel van mijn tijd is voor de Heer, de zondagmorgen of de zondagmiddag, en de rest voor mezelf. Nee, heel mijn tijd. Niet een deel van mijn hart voor de Heer en de rest voor andere mensen of andere dingen. Nee, heel mijn hart. Heel mijn leven komt voort uit de Vader, bestaat door de Zoon, en wordt alleen iets moois als Hij mij met zijn Geest vult. In de woorden van Jezus zelf: [11] ‘Heb de Heer, je God, lief met heel je hart en met heel je ziel en met heel je verstand. En heb je naaste lief als jezelf.’

Het is mijn oprecht verlangen dat onze ene God en Heer onze beide kerken zal blijven zegenen. Moge Hij u en ons, zoals Hij nu al een generatie en langer gedaan heeft, voor de tijd van een nieuwe generatie zegenen met zijn Geest, die ons laat belijden: één God de Vader en één Heer, Jezus Christus.

Amen.

Scroll naar boven