Welkom
Votum & groet
Zingen: Psalm 97: 1, 2, 3/De Heer alleen regeert
Gebed
Bijbellezing: Daniël 7: 1-14, 28
Zingen DNP Psalm 75: 1, 4, 6/U alleen, God, prijzen wij
Preek Daniël 7: 13-14
Zingen: Gezang 215: 1, 2, 3, 4, 5/De dag van onze vorst brak aan
Geloofsbelijdenis Nicea
Zingen: Gezang 167/Machtig God, sterke rots
Gebed
Collecte
Zingen: Opwekking 366/Kroon Hem met gouden kroon
Zegen
Daniël 7, 13-14.
[1] Zeg, zou jij dat kunnen: een profeet zijn? Een profeet zijn, zoals zo’n Daniël, zou jij dat kunnen? Ik weet niet precies wat voor plaatje jij hebt als het gaat over profeten. Maar misschien lijkt het wel op mijn eigen vooroordelen als het over profeten gaat. In mijn vooroordeel gaat het bij profeten om heel bijzondere mensen, met wie God op een heel bijzondere manier omgaat om ze heel bijzondere dingen te laten zien. Vooral: heel bijzonder. Maar dat is dus helemaal niet zo! Profeten zijn eerst en vooral heel gewone mensen, zoals jij en ik. Met dezelfde beperkingen als jij en ik. Die ook niet altijd snappen wat God hun wil laten zien. Profeten zijn ook gewone mensen en voor profeet zijn moet je vooral twee heel gewone dingen kunnen: recyclen en puzzelen. Dus: recyclen, dat is hergebruiken, en puzzelen.
[2] Profeteren is allereerst vooral recyclen, het hergebruiken van oude beelden en ideeën. Kijk, mijn vooroordeel was, dat je bij ‘profetie’ altijd alleen maar allemaal nieuwe beelden en nieuwe ideeën krijgt. Die je dan in een droom of die krijg je dan door van de Geest, en dan moet je er wat mee. Neem zo’n Daniël, Daniël 7: een stortvloed aan indrukken, een chaos van nieuws, alsof je naar een soort hemels journaal-van-de-toekomst zit te kijken. Maar alles goed en wel, 80, 90% van wat Daniël ziet was al eerder vertoond. Bestaat uit oude beelden en ideeën. Profeteren is recyclen.
[3] En profeteren is puzzelen. Je kunt profetie vergelijken met een puzzel, waarvan je telkens een paar nieuwe stukjes te pakken krijgt. Eerst begin je met heel weinig en weet je ook niet precies wat waar hoort en welke plek de nieuwe losse stukjes in het hele plaatje gaan hebben. Maar telkens als je een paar nieuwe stukjes krijgt kun je gaan schuiven met wat je al wist en dan zie je opeens nieuwe verbanden en nieuwe perspectieven – ja, ook door wat je al hebt te recyclen, te hergebruiken. En na jou komt weer een profeet en die maakt er weer wat mooiers van, met nog weer nieuwe stukjes, waardoor weer nieuwe perspectieven ontstaan.
[4] Vanmorgen stappen we in bij Daniël. Ik wil graag met je kijken naar welke oude onderdelen deze profeet van God oppakt uit de traditie en dan naar wat hij aan de puzzel toevoegt en welke nieuwe perspectieven dat geeft. Maar omdat de Bijbel niet ophoudt met Daniël, wil ik ook met je verder kijken naar onze Heer Jezus Christus. Want Hij pakt op zijn beurt weer onderdelen van Daniël op en maakt er weer een nieuw verhaal van. En dan geloof ik inderdaad dat bij Hem alle puzzelstukjes op hun plek zijn gevallen. Na Hem valt er niet meer te recyclen, alleen nog maar verder in te vullen. Maar goed, eerst Daniël.
[5] ‘In mijn nachtelijke visioenen zag ik dat er met de wolken van de hemel iemand kwam die eruitzag als een mens. Hij naderde de oude wijze en werd voor Hem geleid.Hem werden macht, eer en het koningschap verleend, en alle volken en naties, welke taal zij ook spraken, dienden hem. Zijn heerschappij was een eeuwige heerschappij die nooit ten einde zou komen, zijn koningschap zou nooit te gronde gaan.’
[6] ‘Iemand die eruitzag als een mens.’ Ik begin met het oudste gegeven dat Daniël in zijn profetie mag hergebruiken. Iemand als een mensenkind. Daniël ziet hem tevoorschijn komen tussen al die beelden die hij ziet van allerlei beesten. In het visioen van Daniël zijn die beesten machten of machthebbers uit de schepping die vijanden zijn van God. God zij dank is er in al dat monsterachtige geweld nog één schepsel dat op een mens lijkt. In dat beeld in Daniël, van ‘iemand die eruitzag als een mens’, zit een echo van Genesis 1. [7] Daar verwijst het naar.Genesis 1:God had de wereld geschapen en de planten en de beesten. Natuurlijk waren die echte dieren toen geen vijanden van God. Maar God kan zichzelf er nog niet in herkennen. Dus maakt Hij: de mens. Lees maar mee in Genesis 1:
‘God zei: ‘Laten Wij mensen maken die Ons evenbeeld zijn, die op Ons lijken; zij moeten heersen over de vissen van de zee en de vogels van de hemel, over het vee, over de hele aarde en over alles wat daarop rondkruipt.’ God schiep de mens als zijn evenbeeld, als evenbeeld van God schiep Hij hem, mannelijk en vrouwelijk schiep Hij de mensen. Hij zegende hen en zei tegen hen: ‘Wees vruchtbaar en word talrijk, bevolk de aarde en breng haar onder je gezag: heers over de vissen van de zee, over de vogels van de hemel en over alle dieren die op de aarde rondkruipen.’’ Een mens/de mens die heerschappij krijgt over de schepping, het is een oud stuk van de puzzel van Gods openbaring, dat terugkomt in Daniël 7, een mensenkind dat macht krijgt. Wat moeten we hiermee?
Ik kan me goed voorstellen dat jij nu al meteen helemaal aan Jezus Christus denkt. Het is zijn dag tenslotte, Hemelvaartsdag, de dag waarop Hij als nieuwe mens de macht kreeg in hemel en op aarde. Maar ik wil graag nog even een stap terug doen. Daniël was een mens zoals jij en ik, maar wel een mens van 2500 jaar geleden en Daniël kende de Heer Jezus nog helemaal niet. Binnen Daniël is die ‘iemand als een mens’ niet een concreet iemand, maar eerder een symbool. Die ‘iemand als een mens’ is in Daniël het symbool voor het volk van God, voor Israël. Als je de tijd hebt om Daniël 7 verder te lezen, dan zul je zien dat het beeld van vers 13 en 14 nog een paar keer terugkomt. En dan blijkt dat God die heerschappij, die Hij hier geeft aan die ‘iemand die eruitzag als een mens’, dat God die heerschappij verderop in dit hoofdstuk geeft aan alle heiligen, aan het volk van de heiligen van de hoogste God. [8] Die mens vertegenwoordigt een heel volk. Daar is hij symbool van.
Ook op dit punt ziet Daniël niet iets nieuws, op het punt dat één mens het volk vertegenwoordigt. Ook op dit punt hergebruikt Daniël eerdere profetieën uit de traditie van het volk van God. Als je in de profeet Jesaja leest over ‘de knecht van de Heer’, zoals in Jesaja 53 over de lijdende knecht van de Heer, dan heb je hetzelfde. Natuurlijk: jij bent christen en je leest er direct Christus in. Prima. Maar zover is Jesaja nog net niet en ook Daniël nog niet. In de tijd van Daniël is Israël zwaar vernederd. Wat Daniël hier ziet is dat Gods volk verhoogd gaat worden. Zoals we zingen in Psalm 75: ‘God alleen maakt het verschil: Hij alleen stelt vast wie klein en wie invloedrijk zal zijn.’
En een derde en voor nu laatste onderdeel van Daniëls visioen dat we al eerder gezien hebben in de traditie van Israël, het derde hergebruikte onderdeel, is die wolk.‘In mijn nachtelijke visioenen zag ik dat er met de wolken van de hemel iemand kwam die eruitzag als een mens.’ Wolken in aanwezigheid van God: dat moet jou laten denken aan de tijd van de tabernakel. [9] De tabernakel was de tent van God, waarmee Hij met Israël meereisde toen zij in de woestijn waren. Hoe wisten ze dat God bij hen was? Aan een wolk overdag en een vurig lichtende wolk in de nacht. Eigenlijk opmerkelijk: die wolk verstopte God net zo hard als dat die wolk bewees dat Hij er bij was. En dat zijn dan weer precies elementen die bij voorbeeld een profeet als Ezechiël op zijn manier weer hergebruikt. Zo blijven de profeten zoeken: hoe passen al die losse stukjes en stukken van onze kennis van God nu bij elkaar.
Maar je komt alleen verder als je af en toe iets nieuws mag toevoegen. [10] Wat is er nieuw in dit visioen van Daniël? Wat dacht je hiervan: dat die iemand als een mens (en er staat niet letterlijk ‘een mens’, maar toch), dat die iemand als een mens zomaar zo dicht bij God mag komen… [11] Even terug naar het paradijs: nou, nee dus, je kunt niet terug naar het paradijs, want de tuin van God is voor ons op slot. Houd afstand! Even terug naar de tabernakel dan. Nou, ook daar is het zo dat je net niet naar binnen mag en dat een deel van de tent zelfs 364 dagen per jaar helemaal afgesloten blijft voor alle mensen, behalve dus één dag voor één mens. Houd afstand! Maar Daniël ziet een soort van mens, die tot vlakbij God mag komen. Wat gebeurt hier?
Wat Daniël hier mag zien is een nieuw element, een nieuw onderdeel van de puzzel, een nieuwe openbaring van het plan van God. Geen afstand meer, voor deze mens die Gods volk symboliseert, maar opgenomen worden in Gods heerlijkheid. ‘Hem werden macht, eer en het koningschap verleend, en alle volken en naties, welke taal zij ook spraken, dienden hem. Zijn heerschappij was een eeuwige heerschappij die nooit ten einde zou komen, zijn koningschap zou nooit te gronde gaan.’ [12] Opnieuw, jij vult hier Jezus Christus in en je bent klaar. Maar dan ben je te snel, zover was Daniël nog niet, en Gods tijd ook nog niet. Daniël heeft een nieuw puzzelstuk in handen gekregen, maar hij heeft de puzzel nog niet af.
Daniël ziet dat iemand als een mens (Genesis 1) bij God mag binnenlopen (in tegenstelling tot in de tabernakel) en als vertegenwoordiger van ons als Gods volk, goddelijke macht en heerlijkheid cadeau krijgt. Of heeft hij het misschien verdiend? Daniël ziet wat hij ziet, maar Daniël is er nog niet uit. Ik zal je het laatste vers van Daniël 7 nog eens lezen: ‘Hier eindigt mijn verslag. Wat mij, Daniël, betreft, mijn gedachten brachten mij geheel in verwarring en ik werd bleek; ik bewaarde wat ik gezien had in mijn hart.’ Dus: ik snap het niet, maar ik blijf puzzelen – en dat is natuurlijk altijd een goede reactie op wat God je laat zien.
En nu wil ik graag dat we dan samen wel de stap maken naar de Heer Jezus. Want Hij heeft zelf op zijn beurt het zijne gedaan met de puzzelstukken die Daniël Hem aanreikt. [13] Eén opvallend element is dat Jezus zichzelf regelmatig [14] ‘de zoon van de mens’ noemt. Ik wil graag eerst benoemen dat Jezus dan op zijn beurt iets nieuws doet met dit puzzelstuk. Daniël heeft het over ‘iemand als een mensenkind,’ Jezus noemt zichzelf ‘het kind van een mens.’ En als Jezus dat doet lijkt Hij te reageren op hoe andere mensen Hem zien: Hij is niet meer dan de zoon van Jozef, zomaar een mensenkind. Maar Jezus pakt dat op en gebruikt die nederige titel als een soort van geuzennaam: met dit mensenkind ga je nog wat beleven!
Maar goed, als je het in Israël hebt over een mensenkind met wie je nog wat gaat beleven, dan denkt iedere Jood automatisch ook aan de profetie van Daniël. En dan zit je precies met die spanning: hoe kan een mens, een mensenkind, iemand als een mens, zo dicht naar God toe schuiven? Je kunt Daniël geen arrogantie verwijten: hij geeft alleen door wat hij ziet in zijn visioen. Hij heeft het ook niet over zichzelf. En hij zegt zelf dat hij er niet alles van begrijpt. Gaat Jezus dan soms een stap verder en past hij dit oude element op een nieuwe manier toe op zichzelf? Ja, inderdaad. Met de nadruk op nieuw.
Moet je horen wat Jezus zegt in Johannes 8: ‘‘Wanneer u de Mensenzoon hoog verheven hebt,’ ging Jezus verder, ‘dan zult u weten dat Ik het ben, en dat Ik niets uit mijzelf doe, maar over deze dingen spreek zoals de Vader het Mij geleerd heeft. Hij die Mij gezonden heeft is bij Mij; Hij heeft Me niet alleen gelaten, omdat Ik altijd doe wat Hij wil.’’ Moet je nagaan wat daar gebeurt. ‘Een hoog verheven mensenzoon,’ dat komt bij Daniël vandaan. Daniël die iemand als een mens voor God ziet verschijnen. Maar wanneer Jezus dit element uit Daniël zijn profetie opneemt om zijn eigen toekomst te beschrijven, schuift Jezus er opeens zijn eigen lijden en sterven en dood aan het kruis tussen. [15] Hier is dé mensenzoon. Hij gaat verheven worden. Maar eerst gaat Hij omhoog aan een kruis…
Één van de puzzelstukken die overblijft bij Daniël is: wie is het, die als een mens is, echt mens, en toch voor God mag verschijnen, nog sterker: echt goddelijke eer en macht mag ontvangen? Jezus licht hier een tip van de sluier op: de mens die dat mag is de echte mens die bereid is zijn leven te geven als losprijs voor velen, die zo de plaatsvervanger van het volk van God wil zijn. En wat Johannes in Johannes 8 nog tussen de regels door laat lezen, maakt hij een generatie later duidelijk in de Openbaring, Openbaring 5: ‘‘Het lam dat geslacht is, komt alle macht, rijkdom en wijsheid toe, en alle kracht, eer, lof en dank.’ Elk schepsel in de hemel, op aarde, onder de aarde en in de zee, alles en iedereen hoorde ik zeggen: ‘Aan Hem die op de troon zit en aan het lam komen de dank, de eer, de lof en de macht toe, tot in eeuwigheid.’’ Heel de schepping, vier dieren incluis, juicht voor de nieuwe mens.
En nu hemelvaart. [16] Handelingen 1: ‘Toen Hij dit gezegd had, werd Hij voor hun ogen omhooggeheven en opgenomen in een wolk, zodat ze Hem niet meer zagen.’ Oké’. Vanuit ons perspectief is hemelvaart: [17] God lijkt ons hier alleen te laten. Hij was even bij ons, onze Heer Jezus Christus, maar op het moment dat we eindelijk snappen dat Hij, echt waar, God bij ons is, verdwijnt Hij opnieuw achter de wolken. Maar juist vanuit Daniël 7 mag je hemelvaart zien in een nieuw perspectief, namelijk: wij komen thuis bij God. [18] In Christus die naar zijn huis, zijn plaats, de hemel gaat, in Hem zijn wij en komen wij thuis bij God. De grens is verdwenen, geen engel houdt ons tegen, het gordijn is gescheurd. Gods heerlijkheid is vrij toegankelijk. In deze priester voor heel het volk Jezus Christus mag jij zo naar God toe. Wij komen thuis bij God. [19] En nu gaat Hij met ons de hele schepping vernieuwen.
Er is vast nog genoeg te puzzelen over. [20] Zoals Pauls zegt in 1 Korintiërs 13: ‘Nu zien we nog maar een afspiegeling, een raadselachtig beeld, maar straks staan we oog in oog. Nu is mijn kennen nog beperkt, maar straks zal ik volledig kennen, zoals ik zelf gekend ben.’ Nu – tegenover straks. Maar wat God al heeft laten zien in Jezus Christus, daarop komt Hij niet meer terug. Dat onrustige hart van Daniël heeft rust gevonden in God. En in jouw hart? [21] Bewaar jij daar het evangelie van Christus’ hemelvaart: wij komen thuis bij God.
Amen.