19 mei 2024 – Openbaring 11 – Wat merkt de Geest van jou?

Votum & groet

Zingen:                Opwekking 334/Heer, uw licht en uw liefde schijnen

Gebed

Bijbellezing:        Handelingen 2: 1-13                                                                                                

Zingen:                Sela/De wind steekt op

Preek                    Openbaring 11: 1-14

Zingen:                 Opwekking 27/Leid mij, Heer, o machtig Heiland

Geloofsbelijdenis              Apostolische geloofsbelijdenis                                                              

Zingen:                 Psalm 145: 1, 3/Mijn God en koning, aller vorsten Heer

Gebed                 

Collecte              

Zingen:                 Liedboek 675/Geest van hierboven

Zegen

Openbaring 11, 1-14.

[1]      Wat merk jij er nu van dat die Geest van God is gekomen? Ik bedoel: je kent het verhaal van vroeger, van hoe Hij is gekomen, de Heilige Geest. Van die mensen die toen bij elkaar waren in een kerk en opeens kwam de Geest en stonden ze in vuur en vlam en spraken ze in vreemde talen. En misschien ken je ook wel de verhalen van vandaag, van je vrienden of misschien wel uit eigen ervaring, dat de Geest van God soms zomaar wonderlijke dingen kan doen met mensen. En dat is allemaal prima. Maar als jij morgen in de metro stapt of als jij ruzie hebt met een collega of al die andere gewone dingen doet die een mens nu eenmaal doet – wat merk jij er nu van dat die Geest van God is gekomen? In het leven van alledag?

            Hoe onwaarschijnlijk het ook lijkt: voor een antwoord op die vraag gaan we vanmorgen op zoek in het Bijbelboek Openbaring, in het hoofdstuk Openbaring 11. [2] Op het eerste gezicht valt het Bijbelboek Openbaring helemaal in de categorie wonderlijke verhalen. Op het eerste gezicht heeft dit allemaal erg weinig te maken met jou in de metro of bij de burenruzie. Op het eerste gezicht gaat Openbaring over… nou, zeg het maar. Demonen en machten en chaos. Maar nu denk ik dat als je beter kijkt, dat je dan ziet dat Openbaring over jou en mij gaat, vandaag en morgen. Alleen dan wel: vanuit het perspectief van God. Oftewel: door de ogen van de Geest. Dit is wat de Geest ziet als Hij naar onze wereld kijkt. Sterker nog: dit is wat de Geest in onze wereld aanpakt, wanneer Hij naar onze wereld kijkt. Jou en mij, vandaag en morgen. Kijk eens met Hem mee.

[3]      ‘Vervolgens kreeg ik een rietstengel als meetstok, met de opdracht: ‘Neem de maten op van Gods tempel en van het altaar en tel degenen die God daar aanbidden.’’ Onderweg in Openbaring zijn we bij een nieuw stukje verdieping aangekomen. Openbaring heeft onder andere een spiraalvorm. Steeds opnieuw wordt de geschiedenis vanuit een nieuwe invalshoek bekeken, met steeds opnieuw een dieper perspectief. Zo ook hier. En het eerste wat in dit stukje wordt verteld gaat over de tempel. En ik zeg je: die tempel zijn wij. En dat zou jou moeten verbazen. Dat wij de tempel zijn. Vroeger had je een tempel van God in Jeruzalem. Eerst die van Salomo, supermooi. Toen die van na de ballingschap, eerst wat krakkemikkiger, later door koning Herodes gemakeovered. Maar die tempels waren verwoest. Een schok voor Gods volk. Waar gaan we nu God ontmoeten dan? De paar christenen die er in die tijd waren, herinnerden zich de woorden van Jezus, in Johannes 4: ‘Er komt een tijd, en die tijd is nu gekomen, dat wie [God] de Vader echt aanbidt, Hem aanbidt vervuld van Geest en waarheid. De Vader zoekt mensen die Hem zo aanbidden, want God is Geest, dus wie Hem aanbidt, moet dat doen vervuld van Geest en waarheid.’ Geen tempel, geen eigen gebouw meer? Het lijkt vloeken in de kerk, maar: dat is geen probleem. Want God de Geest is in ons komen wonen. Wij zijn de tempel van God.

[4]      ‘De voorhof buiten de tempel moet je overslaan. Meet die niet op, want hij is bestemd voor de heidenen, die de heilige stad tweeënveertig maanden zullen vertrappen.’ In de oude tempel had je binnenin het superheilige, dan daarvoor het heilige, ook binnen, dan daaromheen de voorhof voor de Joden, en daaromheen die voor de rest. Maar dat was vroeger. Het plaatje is verschoven. Nu is de gemeente Gods heiligdom, het domein van zijn Geest. En daarbuiten? Je zou zo denken: aan de heidenen overgeleverd. Dus: heb het fijn in de kerk, maar daarbuiten moet je niet wezen. Nou, behalve dat die hele wereld inmiddels wel ‘voorhof’ heet, en ‘heilige stad.’ Weliswaar zijn daar tijdelijk de mensen die God niet kennen de baas, maar de claim is duidelijk: er is geen duimbreed in de wereld waarvan Christus, die de koning van alles en iedereen is, niet zegt: van Mij! De claim ligt er alvast, de Geest van God gaat de wereld overspoelen.

            Maar tijdelijk is die wereld nog een strijdveld. Tijdelijk: 42 maanden. Ken je de truc van dat getal? 42 Maanden is drie-en-een-half jaar, is twaalfhonderdzestig dagen. 42 maanden, dat is één jaar (12 maanden) plus twee jaren (24 maanden, 12 plus 24 is 36) plus een half jaar (6 maanden, 36 plus 6 is 42). 42 maanden, 42 keer 30 is 1260 dagen, dat is die drie-en-een-half jaar. En drie-en-een-half is de helft van zeven. Zeven is het getal van de volmaaktheid, van de eeuwigheid. Drie-en-een-half wil zeggen: ja, het duurt lang, maar het houdt een keer op. God maakt er een keer een eind aan. Eén plus twee plus een half, een stap, een sprong en een huppeltje, en we zijn thuis.

[5]      Het goede nieuws gaat verder: ‘Ik zal mijn twee getuigen opdracht geven om te profeteren. Gedurende twaalfhonderdzestig dagen zullen ze dat doen, gehuld in boetekleed.’ Die getuigen, dat zijn wij. Dat er twee genoemd worden, betekend alleen dat wat ze zeggen waar is: één getuige telt niet, twee getuigen bevestigen elkaar in de rechtbank. Maar voor de rest is dit wat wij vandaag en morgen volgens de Geest aan het doen zijn: dat we de rol van getuigen hebben in de rechtszaak die God aan het voeren is. Het is de zaak ‘God vs. de rest.’ Wij zijn de kerk, de mensen die er diep van overtuigd zijn dat God in zijn recht staat en dat een wereld die Hem de rug toekeert doodgewoon fout bezig is: zo ga je niet met God om, die je heden, je verleden en je toekomst is. Alleen, let op: je profeteert wel, dus je spreekt namens God, maar dat doe je als mens, als onderdeel van de wereld. Vandaar dat boetekleed. Je hebt weliswaar van God gehoord en zijn Geest is in jou aan het werk, maar jij bent, as is, nog met huid en haar onderdeel van de wereld die nog vernieuwd moet worden. Hoe dan ook:

[6]      ‘[De getuigen] zijn de twee olijfbomen en de twee lampenstandaards die voor de Heer van de wereld staan.’ De verleiding is groot om over elk onderdeeltje van deze profetie wat te zeggen, maar daar heb ik de tijd niet voor. Toch even: onthoud dat wij, gelovigen, Christus belijden als ‘Heer van de wereld.’ Dat is Hij, of je ’t nu ziet of niet. En het is de Geest die dit jou laat zeggen. Maar waar het om gaat: olijfbomen kom je in de Bijbel vaker tegen, en olijfolie is wel vaker een symbool voor de Geest. Geldt ook voor licht, ook een symbool van de Geest: de zevenarmige kandelaar in de oude tempel was de tegenwoordigheid van Gods Geest. Dat ons getuigen vrucht draagt, dat onze woorden licht geven: allemaal cadeau van de Geest.

[7]      ‘Zij hebben macht om de hemel te sluiten, zodat er geen regen valt zolang zij profeteren. Ook hebben ze de macht om water in bloed te veranderen. Verder kunnen ze de aarde treffen met alle mogelijke plagen zo vaak ze maar willen.’ Zo. Wanneer heb jij voor het laatst water in bloed veranderd? Of de regen tegengehouden? Precies, zo werkt het niet. In dit boek vertelt de Geest niet wat er zichtbaar gebeurt, maar wat er achter de schermen gebeurt. En de sleutel om deze uitspraak te begrijpen zit in de tekens die de getuigen hier kunnen doen: de hemel sluiten, water in bloed veranderen. Kennelijk ziet de Geest in ons als getuigen een afspiegeling van twee getuigen van vroeger, van Mozes en Elia. De laatste, Elia, sloot eens de hemel zodat het niet regende voor, jawel, drie-en-een-half jaar; de eerste, Mozes, zag het water van de Nijl veranderen in bloed. Dit is de traditie waarin de Geest van God jou plaatst: waar mensen hardnekkig God negeren en onrecht doen en hun naaste het leven onmogelijk maken, mag jij de macht van God inroepen om dat recht te zetten.

Wist je dat? Wist je dat nu het Pinksteren is geweest en ook jij en ik de Geest van God hebben gekregen, dat dit in onze macht ligt? In elk geval: in de ogen van God? Gewoon, in jouw alledaagse leven? Ik weet niet wat jij doet als je in de file staat. Je neus schoonmaken, misschien. Of welke rol jij kiest als mensen ruzie hebben. Weglopen, misschien, die neiging heb ik wel eens. Gemiste kans, in de ogen van de Geest. Want je kunt ook bidden voor de heiligheid van de mensen om je heen. Of om een Geest van vrede bij die mensen. Gebeurt er dan wat, gewoon, bij jou en mij, vandaag en morgen? Weet je, ik denk dat er in ’40-’45 veel mensen gebeden hebben tegen Hitler en het fascisme en ik denk dat het veelbetekenend is dat het Derde Rijk de geplande duizend jaar niet heeft gehaald. Ik denk dat in de decennia na de Tweede Wereldoorlog veel mensen hebben gebeden tegen de tirannie van het communisme en ik denk dat het veelbetekenend is dat in 1989 de Berlijnse muur omver ging. Ik denk dat er in de eerste helft van de eenentwintigste eeuw veel mensen hebben gebeden tegen de verwoestende kracht van het materialisme en ik denk dat het veelbetekenend is dat ook dat materialisme eraan gaat.

Wat zeg je? Dat laatste is nog niet gebeurd? Wel, dan weet je waar je voor moet bidden, toch, als je in de file staat? Oké, even een stapje terug. Mozes en Elia mochten de macht van de Geest inroepen om mensen die hardnekkig God negeren, die onrecht doen en die hun naaste het leven onmogelijk maken met harde hand te corrigeren. Dan is vandaag de kunst natuurlijk zulke mensen en zulke machten te ontmaskeren en natuurlijk vraagt dat om zorgvuldigheid en goed nadenken. Maar mocht jij je nog afvragen wat jij door de kracht van de Geest zou kunnen doen voor de kerk en voor de wereld, begin dan eens met het nieuws te volgen en te gaan bidden. Begrijp me goed: ik leer je geen magische trucs om wraak te nemen op mensen die jou niet liggen. De Geest leert je vanuit Gods perspectief naar de wereld te kijken en Hij leert het je hardop te zeggen dat wat fout is fout is. Wees niet bang. [8] ‘Als iemand [Gods getuigen] kwaad wil doen, komt er vuur uit hun mond, dat hun vijanden verteert; op die manier zal iedereen die hun kwaad wil doen moeten sterven.’ Ik zou dit niet letterlijk lezen. Ik denk dat dit zegt: als jij opkomt voor vrede en recht, staat de Geest van God naast je. Er zijn machten die alleen oorlog willen en onrecht en vernietiging. De Geest is sterker. Stug doorbidden.

            Ik leer je geen magische trucs. Want kijk maar, na het goede nieuws volgt het slechte. Niet alleen is, achter de schermen, jouw invloed veel groter dan je zou denken; ook het verzet tegen God heeft ongeziene krachten. [9] ‘Wanneer zij hun getuigenis hebben afgelegd, zal het beest dat uit de onderaardse diepte opstijgt de strijd met hen aanbinden, hen overwinnen en hen doden.’ Dus: wij geloven dat Christus terecht aanspraak maakt op de titel: ‘Heer van de wereld.’ Maar kennelijk is nog niet de hele wereld daarvan overtuigd. De Bijbel stelt dat God iemand is en dat ook zijn tegenstander iemand is. En wij kunnen niet tegen hem op. Het spijt me. Het spijt me dat ik jullie moet vertellen dat er momenten zijn dat je met hart en ziel God gebeden hebt om jou vast te houden en alles wat zich tegen Hem verzet te breken – en kijk, de vijanden van God hebben het laatste woord. En het is echt: dat je dingen voor je ogen ziet gebeuren die vloeken met wat je gelooft.

Wie naar de wereld kijkt met de ogen van de Geest weet dat het gruwelijk mis kan gaan. Opnieuw nodigt Johannes je dan uit naar het verleden te kijken, en deze keer niet naar Mozes en Elia, maar naar de Heer Jezus zelf. [10] ‘Dan liggen hun lijken op het plein van de grote stad die in figuurlijke zin Sodom of Egypte heet, de stad waar ook hun Heer gekruisigd is.’ Als het onze Heer is overkomen, hoeft het je niet te verbazen dat het ons overkomt. En die symbolische namen laten zien hoe erg het eigenlijk is wat er gebeurt. De enige stad op aarde die ooit stad van God mocht heten was Jeruzalem. Maar precies in die stad hebben wij onze godverlatenheid bewezen door de Zoon van God te kruisigen. Dus mag de stad van vrede geen Jeruzalem meer heten. Het is er als in Sodom, het omgekeerde van een stad van God. Het is er als in Egypte, geen vrede en vrijheid maar slavernij en moord. Dit is de wereld zonder God.

Dus lees je: [11] ‘Gedurende drie-en-een-halve dag komen er mensen uit alle landen en volken, van elke stam en taal, om hun lijken te zien, en zij dulden niet dat ze begraven worden. De mensen die op aarde leven juichen om de dood van de twee profeten, en opgetogen sturen ze elkaar geschenken, want die profeten waren een grote kwelling voor hen geweest.’ Voor twee elementen in deze beschrijving vraag ik je aandacht. Eerst: die profeten waren een grote kwelling voor hen geweest. Dat is goed nieuws, waarvoor de Geest je de ogen opent. Waarom ervaren mensen christenen als een kwelling? Eerlijk is eerlijk: in onze wereld zoals die is ligt het zomaar aan jou en mij, aan de kerk zelf. De kerk en kerkmensen zijn verantwoordelijk voor veel te veel machtsmisbruik en hypocrisie en schijnheiligheid, en dat is geen goed nieuws.

Maar kennelijk is het volgens de Geest ook mogelijk, dat onze woorden en mogelijk nog sterker onze daden anderen eraan herinneren dat er een manier van leven is, die is hoe het eigenlijk is bedoeld. En dat dat dan heel pijnlijk kan zijn, als jij je leven wijdt aan je carrière en geld verdienen en je geluk zoeken in allerlei schijnwerkelijkheden – komt daar zo’n arme christen je leven binnen, die het zonder doet en toch een vrede kent die jouw verstand te boven gaat. Dan worden jouw afgoden ontmaskerd. Één mogelijke reactie is dan: verzet. Jij hebt verdorie je ziel verkocht aan jouw manier van leven, dat kan toch niet voor niets zijn? En als dan zo’n christen of zo’n kerk te gronde gaat kun je opgelucht ademhalen: hun droom is toch niet waar, je kunt je weer opsluiten in je eigen gekozen wereld waarin je zelf koning bent. Maar ondertussen heeft de boodschap je wel geraakt. ’t Is niet veel, maar het is iets om je als christen voor te nemen zo lang het kan: een heilige dwarsligger te zijn in een schijn-gelukkige maatschappij. Jij en ik, vandaag en morgen.

[12]    ‘Maar toen de drie-en-een-halve dag voorbij waren, voer er een levensgeest in hen en kwamen ze weer overeind. Iedereen die hen zag werd doodsbang. Er klonk een luide stem uit de hemel, die tegen hen zei: ‘Kom hierboven.’ Toen stegen ze in een wolk op naar de hemel, voor het oog van hun vijanden.’ Weet je, ik geloof niet dat het hier puur en alleen om een beschrijving van ‘eerst dit en dan dat’ gaat. Zo van: eerst getuigen, dan gedood worden, dan opstanding, dan hemelvaart. Ik geloof dat onze Heer Jezus die fasen één voor één doorlopen heeft, getuigen, gedood worden, opstaan en naar de hemel gaan. Maar wij die bij Hem horen kunnen vandaag en morgen vanuit het perspectief van de Geest verliezer en winnaar door elkaar zijn, zondaar en rechtvaardige, dood en levend – waarbij het alleen geen vraag meer is, waar het op uitloopt. De Heer is opgestaan en naar God gegaan. Ook jij zult opstaan en naar God gaan, tot de dag dat Hij voorgoed de hemel op de aarde zal vestigen: een nieuw Jeruzalem.

En ondertussen: [13] ‘Op dat moment kwam er een zware aardbeving, die een tiende deel van de stad verwoestte. Zevenduizend mensen werden door de aardbeving gedood, de rest werd door vrees bevangen en begon de God van de hemel eer te bewijzen. Het tweede wee is voorbij, maar het derde volgt binnenkort!’ Voor dit hoofdstuk is de cirkel rond. Er is een nieuw stuk perspectief op de geschiedenis en op de wereld toegevoegd. En dit hoofdstuk eindigt open: een deel van de wereld wordt verwoest – maar het is maar een heel beperkt deel, tien procent. En duizenden mensen komen om – maar op het totaal van de wereld is het duidelijk: dit treft niet iedereen. Integendeel: er is sprake van een opwekking, van het eren van de God van de hemel. Dank U wel, lieve Geest van God, dat U ons ook laat delen in dit perspectief, dat wij mogen weten dat dit is wat U ziet dat gebeurt in de wereld, dat dit is wat U aan het doen bent. Maak ons daar alstublieft een onderdeel van.

[14]    Ik begon met de vraag: wat merk je er nu van dat de Geest is gekomen? En we gingen op zoek naar een antwoord in Openbaring 11. Ik zal je aan het eind de korte versie geven van het antwoord dat ik denk dat we hier krijgen: [15] bid en dien. Bid voor recht en vrede en liefde in een wereld vol haat. En dien je naaste en je God door een Jezus-leven te leiden, van geven en delen en genade, in plaats van van graaien en eisen en zelfzucht. Want dan kan de Geest, als je het bekijkt vanuit God, grote dingen met jou doen.

Amen.

  1. Hoe kijk jij aan tegen de kracht van bidden? Kun je je voorstellen dat God er meer in ziet dan wij?
  2. Zit er iets in jouw leven als gelovige, wat anderen jaloers kan maken?
  3. Worden wij als christenen in Nederland wel genoeg vervolgd?
Scroll naar boven