19 november 2023 – 4de gebod – Adem in… Adem uit

Votum & groet

Zingen:                Lied 1010: 1, 2, 3, 4/Geef vrede, Heer, geef vrede

Gebed

Bijbellezing:        Hebreeën 4: 1-11                                         

Zingen:                DNP Psalm 95: 3, 4, 5/Kom in Gods huis en buig je neer

Preek                    Genesis 2: 1-3

Zingen:                 DNP Psalm 131: 1, 2, 3/Mijn hart is niet hoogmoedig, Heer

[Geloofsbelijdenis=]

Zingen:                 Gezang 161: 1, 2, 3, 4/Heer, U bent mijn leven

Gebed  

Collecte              

Zingen:                 Lied 766: 1, 2, 3/Ik zag een nieuwe hemel zich verheffen

Zegen                  

Zondag 38

[1]      Adem in… adem uit.

            Wat betekent je werk voor je? [2] Waar jij overdag mee bezig bent of bent geweest, wat zegt het over jou? Vind je het leuk om te studeren of te werken, daagt het je uit, geeft het je een kans om te laten zien wie je bent en wat je kunt bijdragen? Gefeliciteerd, als dat zo is voor jou! Dan heeft God je rijk gemaakt, als Hij dat voor je geregeld heeft. Of heb jij eigenlijk liever niet dat ik je naar je werk vraag? Ben je het krijtgeraakt, je baan, of zie je er tegenop dat je weer naar school moet, omdat het moeilijk is, omdat er foute mensen rondlopen… Dat spijt me oprecht voor je. Dat net jij het onkruid tegenkomt in je dagelijks werk, de dorens en distels waar God het ooit al over had.

            Werken en rusten. Vandaag gaat het over God die werkt en dan rust. [3] Over werken en rusten zijn natuurlijk een heleboel zinnige dingen over te zeggen. En onzinnige dingen ook. Eerst maar eens wat onzinnige. Bij voorbeeld deze uitspraak: ‘We mogen genieten van onze vakantie, omdat we straks weer uitgerust aan het werk kunnen.’ Pardon? In de geschiedenis van de schepping is de zevende dag de bekroning; vanuit dat perspectief zou je eerder moeten zeggen dat je lekker hard mág werken, zodat je des te meer van je rust geniet. Serieus, al die dominees die eind juni in de kerkbladen schrijven dat we óók mogen genieten van de vakantie… Alsof je daar toestemming voor nodig hebt. Zelfs kinderen weten wel beter. Rusten lijkt vanuit het perspectief van het scheppingsverhaal eerder het doel dan een middel.

Én tegelijk,  om het even ingewikkeld te maken, als jij er één bent van ‘we moeten er nodig even tussen uit, even tot onszelf komen’ … nee, ik neem terug wat ik wilde zeggen. Ik moet niet zeggen dat zo’n uitspraak alleen maar onzinnig is. Als de vloek over ons dagelijks werk jou net hard raakt, wie ben ik dan om te gaan zeggen dat je er niet even aan mag ontsnappen? Punt is, dat het vanmorgen gaat over God die werkt en rust, en net als met de schepping van de hemellichamen, daarmee worden zowel werk als rust in zichzelf ontgoddelijkt. Werk is je god niet, vakantie is je god niet, net zo min als zon of maan. God is God, en Hij werkt en Hij rust.

De enige manier waarop we daar iets zinnigs over kunnen ontdekken is als we ervoor gaan zitten, en stil zijn, en op ons af laten komen wat het zegt dat we een God hebben die werkt en dan rust. Wat zegt Gods rust jou [4] – ik zou haast zeggen: doe je ogen dicht en je handen open; luister naar de oude woorden van God en over God en proef wat het je wel zegt en wat niet, waar het je wel raakt en waar niet. Laat het vanmorgen gebeuren. Adem in… adem uit.

1.        ‘God zegende de zevende dag.’ [5] Zegenen is dat God zijn kracht eraan verbindt, ten goede natuurlijk. Onze wereld heeft geen gevoel voor zegenen. Dat wil zeggen: wij stoppen zegenen in het potje met dingen die je niet kunt meten, alleen maar kunt voelen. Voor ons is een zegen een wens, en niet meer dan dat. En dus niet zoveel. Kijk maar, stel, jij bent je werk kwijt, of je zit op het minimum, en je hebt nog een week te gaan voor er weer geld wordt bijgeschreven. Maar kijk, er komen twee mensen op je af. De één heeft een tientje in haar hand en frommelt dat in de jouwe. De ander legt zijn hand op de jouwe en wenst je toe dat je geld mag vinden. Je kijkt naar je open handen en je ziet één tientje en één niets, en je weet: voor goede wensen koop je niets.

            Gelukkig weten jullie even goed uit eigen ervaring hoe in feite een zegen wel werkt. Ik moet de eerste mens nog tegenkomen die zich met lege handen voelt staan, wanneer iemand tegen je zegt: ‘Ik ben zo blij met jou.’ [6] Als je dat als kind van je ouders hoort, als man van je vrouw, als collega van, nou ja, je collega’s dus, dan loop je met vleugels naar huis, je hart voelt ruim en open, weet je, je chemie, de stofjes in je hoofd en lijf zijn anders wanneer iemand je zo gelukkig maakt. Zegenen is feliciteren, gelukkig verklaren. En weet je, als God dat doet, dan moet je niet gaan zoeken naar verborgen tientjes die Hij in je handen of zakken gestopt heeft. Dan moet je Hem terug in de ogen kijken en je hart laten vullen met zijn zegen, zijn kracht waarmee Hij zich aan jou verbindt. Adem in… adem uit.

            Maar nu zegt God tegen een dag, de zevende dag: ‘Gefeliciteerd.’ Nu zegt God tegen een dag: ‘Wat ben Ik blij met jou.’ Wat gebeurt er dan precies? Ik liep daar een beetje in vast, kon me daar niet veel bij voorstellen. Nou liep ik vast omdat ik ervoor gekozen had om in deze preek over het vierde gebod toch heel eigenwijs niks over de verhouding van sabbat en zondag te zeggen en over wat er allemaal dan op zondag wel en niet mag. Dat is echt een discussie waar ik persoonlijk moe van wordt, dus dat is een goede reden om deze discussie vandaag te negeren (op de rustdag). Maar daar komt bij dat ik preek vanuit Genesis 2 en dat Genesis 2 het ook niet over de sabbat heeft. Je hebt hier de zevende dag en je hebt hier rust, maar God zegt híer níet: deze dag heet sabbat. En God zégt hier niet: deze dag mag je niet werken. En God zégt hier niet: deze dag moet je feestvieren. God zegt alleen maar: ‘Ik zegen de zevende dag.’

            En toch, als je zegt dat zegenen is dat God er zijn kracht aan verbindt, dan ligt het in het perspectief van Israël erg voor de hand dat je die zegen van God ziet stromen in wat dan later de sabbat wordt, de dag van rust en feest. [7] Israël sjouwt door de woestijn, voor je is zand, achter  je is zand, naast je is zand, dag na dag na dag na dag… en dan komt dag zeven en zegt God: ‘Stop! Vandaag vieren we feest.’ Dan verbindt God zijn kracht aan die dag en die dag geeft jou nieuwe energie. Dat zit hem natuurlijk in de nodige rust, maar daarin gaat het niet op. Want dit is een dag om te dansen en een dag voor muziek. Je voeten bewegen om de vreugde van het bewegen, en je handen klappen niet om het marsritme aan te geven, maar gewoon omdat het kan. Dan zie je de zegen van dag zeven in uitvoering.

            En toch kies ik ervoor de zegen van Gods rust voor jou deze keer eens niet op de dag van vandaag, de zondag toe te spitsen. Er is een uitleg van dat sabbatsgebod die benadrukt dat de instelling van de rustdag je vooral wil leren dat je alle dagen moet rusten van je zonden, een soort vergeestelijking van het vierde gebod. In dat spoor zeg ik: nu God dag zeven zegent, begin jij er eens mee één dag niet te vloeken. Laat dat eens de basisinvulling van je sabbatsrust zijn. [8] Ik zeg dat met name omdat jij terecht aan mij mag vragen om rekening te houden met waar jij bent vandaag. Ik kan makkelijk zeggen: God maakt van dag zeven een feest voor jou. Maar wat moet jij daarmee als alles in je leven vloekt? En dan zeg ik: kies jij er dan voor, om zelf niet te vloeken. Adem in. [1… 2… 3…] Adem uit. God zegent dag zeven. Volg Hem, en vloek één dag niet.

2.        Maar God zegt meer. ‘God zegende de zevende dag [9] en verklaarde die heilig.’ Heilig verklaren is reserveren. Deze preek gaat over Gods rust voor jou, en dit is de volgende stap, dat we onze ogen sluiten en onze handen openen en op ons af laten komen wat het is dat God die dag heiligt. Het is dat God zegt van die dag: gereserveerd. [10] Tenminste, dat is wat het is als God mensen heiligt, priesters en Levieten: gereserveerd voor het dienen van God. Of ook wanneer Hij een plaats heilig verklaart, of een gebouw: dan claimt Hij die ruimte voor zichzelf. Dus als God dan van een tijd zegt, da’s heilig, dan claimt Hij die tijd voor zichzelf. Gereserveerd.

            Nu loop ik weer vast. Wat is dat nou dat je zegt dat één dag jouw dag is? Opnieuw kun je de oplossing via de sabbat laten lopen: een heilige dag is een dag waarop mensen God dienen. Zo is het ook, prima. Maar… als God mensen reserveert, dan moeten andere mensen hun claim op die mensen laten gaan (bij voorbeeld de vrouw van een priester die dienst heeft; bij voorbeeld de moeder van Samuel). En als God plaatsen reserveert, dan moeten mensen uit de buurt blijven (bij voorbeeld bij de berg Sinaï toen Hij zijn wetten vertelde; bij voorbeeld uit het Superheilige in de tabernakel en de tempel). Dan moeten we ook nadenken of dat ook van toepassing is als God een dag reserveert. Als de zevende dag zijn speciale dag is, wie zijn wij dan om op die dag bij Hem te gaan zitten? Wie zegt dat zijn feestdag die van ons is? Is Gods heilige rust wel iets voor jou? [11] – En dat dit niet zomaar een vraag is, blijkt uit het feit dat deze vraag ook wordt gesteld in Hebreeën 4. Is Gods rust wel voor mij?

            Ik wil er hier graag op wijzen dat er nog iets bijzonders is aan de zevende dag, behalve dat God die dag zegende en heiligde, namelijk dat het een dag zonder avond is. Zes dagen lang was het avond geweest en morgen geweest en weer één voorbij. De dag die God kiest om te rusten is een dag zonder einde. Natuurlijk komen dagen aan hun eind zolang de aarde om haar as draait. Maar die unieke openheid van de zevende dag in de vertelling van de geschiedenis van de schepping is volgens mij een opening naar een verdere voltooiing. Wanneer de bijbel in het boek Hebreeën het heeft over een rust die nog openstaat, dan wijst de bijbel zelf hier op een bijbels thema. Er is rust van God, en wie gelooft kan daarin binnengaan. In die zin vind ik dat je kunt zeggen dat de rust van dag zeven de belofte van God is om de schepping naar een hoger plan te brengen: wat Hij nu nog alleen zelf geniet, wil hij delen met de mensen die bij Hem horen. Dus: gereserveerd voor God, die heilige dag, maar tegelijk een uitnodiging: welkom in mijn rust. [12] Adem in.. adem uit.

            Daar zit dan wel weer de zonde tussen. Voor je het weet stap je met vuil aan je schoenen en troep in je hart de tempel van God binnen. En dat kan niet. De rust die God reserveert voor zichzelf en voor jou is onbereikbaar wanneer jouw handen niet werkelijk leeg zijn, leeg van vuil en van zelfredzaamheid. Hoe lossen we dat op? Jullie weten dat Christus de oplossing is die God geeft en ik denk dat je via het perspectief van deze preek misschien wel op een nieuwe manier met zijn redding van jou kunt kennismaken. [13] Er is toen Christus bij ons was één hele speciale zevende dag geweest, de zaterdag na Goede Vrijdag. Als jij het beter kunt zeggen dan ik wat er toen gebeurde, ga vooral je gang, maar ik denk dat je het ook zo kunt zeggen, dat Hij argeloos rustte in de armen van de dood. En dat hoort niet zo. De dood jaagt angst aan en maakt je kapot. Maar de dood, de duivel die dacht dat Hij Gods achilleshiel gevonden had, hij beet zijn tanden stuk op de rust van Christus. Want Christus had zijn werk voltooid; het was volbracht. Adem uit (Vader, in uw handen beveel ik mijn geest)… adem in. Want wie zo trouw is mag ingaan in Gods rust, al verblijft Hij bij de dood. Op die zevende dag verbond God zijn kracht aan zijn Zoon die mensenkind was, zodat de dood zonder macht was. Op die zevende dag reserveerde God de hele toekomst als tijd van zijn heilige rust voor hemzelf en alle broers-en-zussen-in-geloof van Jezus.

3.        Goed. Nu is naast wat er wel gebeurt op dag zeven (Gods zegenen, Gods heilig verklaren) denk ik ook van belang wat God loslaat op die dag, wanneer Hij ophoudt met scheppen. Genesis 2 beschrijft het werk dat God af had als volgt: ‘Zo werden de hemel en de aarde in al hun rijkdom voltooid.’ [14] Die rijkdom, daar gaat het me even om. Het kan zijn dat je die uitdrukking, ‘rijkdom,’ in een iets andere vertaling kent, waarin dit woord ook voorkomt: als  ‘het leger van de hemel,’ ‘het heer van de hemel,’ en dat betekent dan concreet de sterren. Goed, hier gaat het over het leger van de hemel en de aarde, dus over meer dan alleen maar sterren, en ‘rijkdom’ lijkt me een goede vertaling. Maar op de achtergrond klinkt er toch nog iets militairs in die uitdrukking, ‘met hun legers,’ en wat zegt dat over Gods rust voor jou?

            Het leger staat klaar, en de generaal neemt rust. [15] Eigenlijk spreekt daar ook heel veel vertrouwen uit. Kennelijk is dat wat de wijsheid van God heeft gemaakt wel los vertrouwd. De sterren pauzeren niet op de zevende dag, maar gaan op eigen kracht hun gang, ‘de zon weet wanneer zij moet ondergaan. De jonge leeuwen gaan uit op roof, brullend vragen zij God om voedsel. Bij zonsdondergang trekken zij zich terug en leggen zich neer in hun legers. De mensen gaan aan het werk en arbeiden door tot de avond. Hoe talrijk zijn uw werken, Heer. Alles hebt u met wijsheid gemaakt… Zend uw adem en zij worden geschapen.’ Adem in… adem uit. Dat komt allemaal uit Psalm 104.

            Er spreekt uit Gods rust op de zevende dag een groot vertrouwen in zijn schepping, en dus ook in jou. [16] Natuurlijk leven en bewegen en zijn wij alleen in Hem, en zijn rusten betekent niet dat Hij zich terugtrekt en aan ons lot overlaat – baf, dood. Maar aan jou, als je met je lege handen bij Hem aanklopt, aan jou geeft Hij graag een taak; Hij vertrouwt je die toe. Daar zit voor mij iets heel ontspannends in, wanneer ik mijn taken mag zien als wat God denkt dat ik aankan. Misschien heb jij net als ik wel een taak in de kerk, een verantwoordelijkheid. Daar kun je dan veel van denken. Ik hoop dat je ook dit denkt, dat God er rust bij heeft om aan ons verantwoordelijkheden te geven. O, en dat geldt ook voor jou als je studeert, of zelfs als je door omstandigheden minder werk of ander werk hebt dan je zou willen. Ons werken begint niet met help en paniek en wat moet er allemaal gebeuren en hoe krijgen we het voor elkaar. Ons werken begint met God, die zegt: mijn zegen heb je. Mijn rust geef Ik je. Adem in… adem uit.

            Yep, dan blijft het vechten. [17] Dat is de opdracht. Dat is de wereld van Hebreeën 4, van de belofte van rust die ons juist waakzaam maakt. Het leger van de hemel en de aarde, de hele schepping moet paraat staan, klaar om te strijden. Maar die belofte om binnen te gaan in Gods rust, laat die de drijvende kracht van je leven en werken zijn. [18] Ik rust in God; wat zouden mensen mij doen? Ik rust in God; benieuwd wat Hij gaat doen. Adem in.

            Amen.

  1. Ben je blij met de zondag? Waarom wel/niet?
  • Wanneer ervaar jij dat je rust vindt in God en in het geloof?
  • Gods rusten op de zevende dag zegt ook , dat Hij zijn schepselen vertrouwt. Wat doet dat met je?
Scroll naar boven