Votum & groet
Zingen: NPB Psalm 87: 1, 2, 3, 4/Op hoge heuvels met een rijk verleden
De Tien Woorden =
Lezen: Matteüs 11: 28-30
Zingen: Gezang 243: 1, 2, 3, 4/Heer, ik kom tot U
Gebed
Bijbellezing: Openbaring 21: 21 – 22: 7
Zingen: GK06 Gezang 118: 1, 2, 3/God is getrouw, zijn plannen falen niet
Preek
Zingen: Lied 766: 1, 2, 3/Ik zag een nieuwe hemel zich verheffen
Gebed
Collecte
Zingen: Lied 769: 1, 2, 3, 5, 6/Eens, als de bazuinen klinken
Zegen
Openbaring 21: 21 – 22: 7.
[1] Wie van jullie vindt het bijbelboek Openbaring ergens gewoon een verdraaid lastig boek? Ik vind het best een ingewikkeld boek en ik weet dat ik inderdaad niet de enige ben. Het probleem met Openbaring is dat het zo’n ver-van-m’n-bed-show is. Johannes heeft een soort van nachtmerries vol symbolische betekenissen, maar ik voel mij dubbel op achterstand staan. Want ik begrijp de symbolen niet, de beelden die hij ziet, en ik voel me onzeker over waar hij naar verwijst. Nou, dat soort onzekerheden kun je stoer en simpel oplossen doordat je zegt dat je de Bijbel gewoon letterlijk moet lezen. Maar dat is wel vaker zo en zeker bij dit bijbelboek: als je het letterlijk leest, neem je de Bijbel hier niet serieus. En ik wil de Bijbel serieus nemen. Maar wat betekent dit bijbelboek dan?
[2] Ik stel voor dat we de Openbaring aan Johannes lezen als een soort verzetskrant. In de Tweede Wereldoorlog had je verzetskranten. De Duitsers logen hoe langer hoe harder hun eindoverwinning bij elkaar in de officiële propaganda, maar Trouw en Het Parool en andere bladen bleven de werkelijkheid vertellen. De werkelijkheid dat de Duitsers de wereld niet veroverd hadden De werkelijkheid dat ze in Rusland en in Afrika en later overal nederlagen leden. Natuurlijk kon je dat niet hardop zeggen. Dat wil zeggen: dit nieuws haalde je stiekem van clandestiene radio’s en je stencilde je krantjes in verborgen kantoortjes en mensen, vaak jonge vrouwen, riskeerden hun leven om de krantjes te bezorgen. Verzetskranten vertelden je wat er werkelijk aan de hand was. Maar het moest wel stiekem.
[3] De Openbaring aan Johannes vertelt je wat er werkelijk aan de hand is. Maar het moet wel stiekem – zij het op een andere manier dan Parool en Trouw. Niet Hitler maar de keizer was de baas en hem mocht niemand tegenspreken. Niet het nationaalsocialisme maar de keizercultus was de officiële religie, waarvan je niet mocht afwijken. En iedereen moest weten dat het Imperium van Rome de wereld beheerste. Johannes wil, Johannes mag de leugen doorprikken en de werkelijkheid doorgeven. De werkelijkheid: niet Hitler, niet de keizer, maar Christus regeert. De werkelijkheid: niet de ideologie van Rome of het Derde Rijk beheerst het leven, maar God. Alleen: als Johannes en de andere christenen dat in die tijd hardop zouden zeggen, werden ze gekruisigd of verbrand. Dus schrijft Johannes een stiekeme verzetskrant. En hij doet dat door symbolische taal te gebruiken. Voor de goede verstaander.
En zo’n verstaander mag jij ook wezen, vandaag. Nee, jij leeft vandaag niet in de schaduw van Rome of onder de onderdrukking van de Duitsers. God gunt ons, in Nederland, in deze tijd, een adempauze. Maar de propaganda van de vijand is er altijd en overal. ‘Als migratie doorgaat, vergaat onze wereld.’ ‘Als Trump wordt herkozen, krijgen we een Derde Wereldoorlog.’ En dus wordt iedereen afgemeten, of je wel tegen Trump en zijn ideeën bent. En of je wel Nederlander genoeg bent. Nu is het prima als jij als christen wat vindt van Harris of Trump en van vluchtelingen en immigranten. Het punt is dat ik wil dat je ziet dat Christus koning is. En Hij is dat niet in een vage geestelijke wereld en ver weg. Hij is dat in deze wereld, vandaag. Dat is de boodschap van Johannes in Openbaring. Dat is mijn boodschap vandaag.
Het gedeelte dat we lazen vind je aan het eind van het boek Openbaring. Johannes heeft een heel boek gevuld met in codetaal vertellen waarom Rome verkeerd is en waarom de keizer er naast zit. Hij kan het niet hardop zeggen, dat zou hem zijn leven kosten. Dus spreekt hij codetaal. Maar als je dat weet, dan snap je precies wat hij zegt. Laat je niet meeslepen door de terreur van de wereld waarin je leeft. Hou vol. Want, en dat is zeg maar het slotakkoord van wat hij te vertellen heeft: God is bezig deze wereld nieuw te maken. Dus moet je voor een nieuwe wereld ook niet bij de keizer zijn, bij Trump of bij Wilders. Je hoeft ze ook niet omver te werpen met politieke middelen of met geweld. Jij moet gewoon volhouden en Christus blijven volgen in deze wereld. Want God is bezig deze wereld nieuw te maken. En dus is dit wat Johannes door zijn codetaal heen van je vraagt: dank God voor zijn nieuwe wereld.Nu al! [4] Dank God voor zijn nieuwe wereld.
Er is vandaag van alles wat bedelt om je aandacht. Er is van alles wat claimt dat het je geluk en zekerheid geeft. Er is van alles wat je angst wil aanjagen, om je in hun hoek te dwingen. Trap er niet in. Laat je niet wegjagen. Deze wereld is van Christus. Deze wereld is God bezig te vernieuwen. En één van de beste manieren om je niet te laten verslaan, niet door angst, niet door afgoden, niet door machtige mensen die zichzelf als redder van de wereld profileren: geef ze de vinger. Hoe? Door God te danken voor zijn nieuwe wereld, die Hij aan het brengen is.
Ik wil vanuit dat bijbelgedeelte dat we lazen een paar dingen zeggen over die nieuwe wereld. Drie trefwoorden: [5] tempel, volken, paradijs. Tempel, volken, paradijs. En tussendoor en aan het eind geef ik aan wat dat voor vandaag te zeggen heeft. Eerst de tempel. Over de tempel zegt Johannes in zijn beschrijving van Gods nieuwe wereld; [6] ‘Maar een tempel zag ik niet in de stad, want God, de Heer, de Almachtige, is haar tempel, met het lam.’ Denk even mee. Ooit was er vroeger, in Israël, geen tempel. Ooit was er niet eens een tabernakel. Er waren wel heilige plaatsen: Bethel, waar Jakob zijn ladder zag. Mamré, waar Abraham een graf kocht. En toen kwam de tabernakel en daarna de tempel in Jeruzalem. Wat was de betekenis van die tempel? Je kunt het zo zeggen: dat is een plek waar je naar toe kunt gaan, als je God wilt ontmoeten. Dat is waar de hemel en de aarde elkaar aanraken. Een heilige plaats.
Wat betekent het dan, dat er in de nieuwe wereld van God geen tempel meer is? Gaan we er dan op achteruit? En het feit dat we nu geen tempel meer hebben in Jeruzalem, is God vandaag niet meer te vinden? Of moet je vandaag in de kerk zijn, zijn kerkgebouwen zeg maar de tempels van vandaag? Nee, zo zit het allemaal niet. Wat Johannes vertelt is de omgekeerde beweging. De tempel was een symbolische heilige plaats, een soort symbolisch centrum van de hele schepping. Maar het was een tijdelijk symbool, want God wil veel meer dan dat. Hij wil dat de hele schepping zelf zijn echte tempel zal zijn. En als Jezus terugkomt zal precies dát gaan gebeuren. Je hebt geen symbool van Gods zichtbare aanwezigheid meer nodig, als God zelf overal zichtbaar aanwezig is. [7] God zelf zal overal zichtbaar aanwezig zijn.
Maar wat moet ik daar vandaag dan mee? Oké, bekijk het eens zo. In de Bijbel wordt over die wederkomst van Christus gesproken als van een verschijning, een openbaar worden. En als ik mij niet vergis zit daar ook een kant aan, dat dan dus opeens tevoorschijn komt wat er allang zit aan te komen, wat allang staat te gebeuren, waar God de hele tijd al aan zit te werken. En ik weet zeker dat de hemel vandaag al aan het werk is om deze aarde te doordringen. Denk eens aan Pinksteren. Wat gebeurt daar? Iedereen is uit de hele wereld naar Jeruzalem, naar de tempel gekomen om God te ontmoeten op het Loofhuttenfeest. Maar God doet iets nieuws, en wel buiten de tempel. Hij geeft, zonder de tussenkomst van priesters en offers, zijn Geest aan al die mensen van overal. En als ze straks naar huis gaan, laten ze God niet achter. Integendeel, Hij gaat nu overal altijd met iedereen mee. Hij gaat met jou mee. Inderdaad, zijn Geest maakt jou van binnen uit nieuw. Klaar voor een nieuwe wereld, waarin God alles gaat zijn in iedereen. Dus voor vandaag: laat Hem nu al in jou te zien zijn. Wees jij vandaag al een drager van die aanwezigheid van God. [8] Laat God dan nu al in jou werken.
Dan: volken. Want, Pinksteren inderdaad, het hield op Pinksteren niet op bij Joden die afkomstig waren uit alle landen. Het ging om allerlei mensen, die uit allerlei volken komen. Want de Geest doorbreekt de grenzen, die door mensen zijn gemaakt. Johannes zegt: [9] ‘De volken zullen in haar licht [het licht van Gods heerlijkheid] leven en de koningen op aarde betuigen daar hun lof. De poorten zullen overdag nooit gesloten worden, en nacht zal het er niet meer zijn. De volken zullen in haar hun lof en eer komen betuigen.’ Twee dingen hierbij. Één: Johannes zit hier op het randje. Als keizer Nero dit onder ogen had gekregen, dan had hij een woedeaanval gekregen. ‘Wat? Welke stad denkt dat ik met gebogen hoofd bij ze kom aankloppen? Welke koning verzint het meer eer te claimen dan ik? Hang die Johannes aan het kruis!’ Maar goed, Nero was al dood toen Johannes schreef en de keizer van toen zal het wel niet gelezen hebben. Maar ik wil graag dat jij vandaag begrijpt dat dit honderd procent verzetsliteratuur is. En dat Johannes jou vraagt om verzetsstrijder te zijn.
En twee: die volken, dat zijn wij. Volken, in de Bijbel, zijn heidenen, niet-Joden, vijanden. Niet-Gods-volk, niet-Gods-beminden. En ongeveer 80% van het Nieuwe Testament gaat over dit onderwerp: dat God het zowaar toch uithaalt, om de vijanden, de heidenen te overwinnen, door ze aan te halen, door ze binnen te halen in zijn stad. Vijanden overwinnen door ze te bevrienden. En dit is geen ver-van-mijn-bed-show, want jij bent het levende bewijs dat dit onderdeel van Gods plannen voor de wereld 2.0 al behoorlijk hard op weg is om te slagen. En dus voor vandaag: [10] wij buigen vandaag voor God. In ons hart breng je vandaag alle eer bij God. Eigenlijk spelen we elke zondag al een beetje ‘wederkomst’. Want als Jezus nu zou verschijnen, dan staan wij al klaar om deze profetie te vervullen. Alle eer aan God.
Tempel, volken – en nu paradijs. Als laatste trefwoord gebruik ik expres niet een woord dat Johannes gebruikt, maar waar hij met zijn beeldentaal wel naar verwijst: het paradijs. Luister maar: [11] ‘Hij liet me een rivier zien met water dat leven geeft. De rivier was helder als kristal en ontsprong aan de troon van God en van het lam en stroomde dwars door de stad. Aan weerskanten van de rivier stond een levensboom, die twaalf vruchten gaf, elke maand zijn eigen vrucht. De bladeren van de boom brachten de volken genezing. Er zal niets meer zijn waarop nog een vloek rust.’ Nou, een goede verstaander heeft maar een half woord nodig. ‘De aardbodem is om jou vervloekt’ (dat is Genesis 3) tegenover ‘niets vervloekts zal er meer zijn.’ ‘Op de dag dat je daarvan eet, zul je zeker sterven’ (Genesis 3) tegenover ‘de bladeren van de boom brachten de volken genezing.’ En er ontspringt een rivier, die de tuin/schuine streep/de stad bevloeit. Paradijs.
Één van de sleutels om de Openbaring te lezen is dat je het leest voor wat het is: verzetsliteratuur, die in codetaal de werkelijkheid beschrijft van Christus die koning is dwars tegen het geweld van machten en afgoden in. Een andere sleutel is: ga op zoek naar Johannes’ verwijzingen naar het Oude Testament. Het zou mij niet verbazen als je in elk vers van elk hoofdstuk drie verwijzingen naar de Oude Bijbel kan vinden. En dat is ook een leessleutel: Johannes heeft een lang leven lang de boeken van Mozes en de feestboeken en de profeten gelezen. Dat zit allemaal in zijn hoofd – en in zijn hart. En als geen ander (hoewel, misschien Paulus) heeft Johannes begrepen waar het eigenlijk over ging. Het is niet het verhaal van een volkje dat leeft in een eigen werkelijkheidje, in een eigen bubbel. Het is de geschiedenis van hemel en aarde. En met Jezus Christus heeft God de knoop doorgehakt: Ik maak alle dingen nieuw. Een nieuw paradijs. En weet je: in die nieuwe wereld van God ben jij thuis.
[10!] En dus? Dus ben jij niet klaar met geloven als jij op zondag naar de kerk gaat. Dus ben jij niet klaar met geloven als je elke dag om vergeving van zonden vraagt. Begrijp me goed: je moet op zondag naar de kerk en je moet elke dag om vergeving vragen. Maar koning Christus vraagt je om de keus te maken. Je kijkt om je heen in deze wereld en je ziet genoeg om bang van te worden. Wat doe je? Negeer je het? Makkelijk zat, negeren, als je een huis hebt en eten en drinken en wat geld voor vakantie. Zoek je verdoving? Verdovende middelen zijn er genoeg. Zoek je steun bij mensen die je helpen je angst te overschreeuwen? Schreeuwers zat in deze wereld. Maar dit is de werkelijkheid: Christus is koning en God is deze wereld aan het vernieuwen. Waar sta jij?
Als je God vandaag oprecht dankbaar bent voor die nieuwe wereld die Hij aan het maken is – dan is dat een keus om naar God toe te gaan. Je hebt gelijk: dit spreekt allemaal niet van zelf. Ik weet niet waaraan jij gebrek hebt, maar ik weet dat er genoeg mensen in de wereld zijn die gebrek lijden. Juist dan is blijven zoeken naar God in deze wereld en Hem blijven danken voor wat Hij geeft, juist dan is dat een keus, een bewijs van geloof. Er gebeurt genoeg in je leven wat je zicht op God kan verduisteren; Hij zal het licht zijn van de nieuwe wereld, maar nu zie je dat licht nog niet altijd. Geloven is dat je zegt: [12!] ik kies er voor, om God te danken voor wat Hij geeft en nog zal geven. Ik kies ervoor, om Gods gezicht te zoeken. Daarvoor hoef ik niet in trance te raken, alsof God zich door mijn harde religieuze werk zal laten strikken. Daarvoor hoef ik niet naar Jeruzalem of naar wat voor tempel of heilige plaats ook maar, want Hij is juist naar mij toegekomen en is mij overal nabij. Ik kies ervoor om Gods gezicht te zoeken in wat Hij mij vandaag al toevertrouwd.
[13] Mooi plaatje, vind je niet? Van een schilderes, Clara Peeters, ‘Stilleven met kazen, amandelen en krakelingen.’ Ik proef in zo’n schilderij een grote liefde voor Gods goede schepping, waarvan wij met geloof en de goede maat mogen genieten. Ik proef de kaas ook bijna, maar dat is wat anders. Maar ik laat je dit schilderij niet zien om wat ik wel of niet proef, maar om een knipoog van Clara Peeters, voor wie de tijd neemt om haar schilderij te bekijken. Kijk eens wat je ziet als je inzoomt op het deksel van die kruik daar midden bovenin. … [14] Zie je het? Weerspiegeld in het glimmende metaal, het gezicht van de schepster. Geloven is: ik kies er voor om Gods gezicht te zoeken. Hier, in deze doordeweekse wereld. Waarin van alles zomaar vloekt met God en zijn bestaan. Maar ik wil niet vloeken. Ik wil danken. Onder alles door en tegen alles in en dwars door alles heen bouwt God een nieuwe Stad. Daarom is Hij het licht en de adem en het brood en de wijn en alles van je leven.
Amen.